Huidige behandelopties |
Huidige behandelopties zijn: diflunisal en tafamidis. Daarnaast zal het middel moeten gaan concurreren met patisiran. |
Therapeutische waarde |
Mogelijke meerwaarde
Deze inschatting doet geen uitspraak over de mogelijke opname in het pakket.
|
Onderbouwing |
De werkgroep verwacht dat inotersen en patisiran meerwaarde zullen hebben ten opzichte van tafamidis en diflunisal, omdat de ziekte vrijwel tot stilstand lijkt te komen en tafamidis (en diflunisal) de achteruitgang alleen maar vertraagt. Inotersen lijkt iets minder effectief en meer bijwerkingen te hebben (onder andere trombopenie) in vergelijking met patisiran. Patisiran lijkt misschien zelfs het beeld niet alleen te stabiliseren, maar te verbeteren voor de polyneuropathie en misschien ook voor de cardiomyopathie (voor velen de uiteindelijke doodsoorzaak nu). Inotersen kan makkelijker toegediend worden (eens per week subcutaan) dan patisiran (eens per drie weken intraveneus met als premedicatie dexamethason en anti H1 en H2 antagonisten). |
Behandelduur |
doorlopend |
Toedieningsfrequentie |
1 maal per week |
Dosis per toediening |
300 mg |
Bronnen |
clinicaltrials.gov, NCT01737398. |