Current treatment options |
Deze indicatie (behandeling na 3 of meer behandellijnen, die een PI een IMID en een anti-CD38 monoclonaal bevatte), betreft in Nederland patiënten die refractair zijn voor lenalidomide- en mAb tegen anti-CD38. Voor hen zijn momenteel beschikbaar; pomalidomide-bortezomib-dexamethason en carfilzomib-dexamethason beschikbaar. In de Nederlandse richtlijn zijn tevens cyclofosfamide in combinatie met ofwel lenalidomide/prednison, ofwel pomalidomide/prednison gepositioneerd. De studiepopulatie vertoont evenwel meer vergelijking met de studies waarin selinexor, belantamab en CAR-T cellen worden gebruikt, alsmede de andere bi-specifieke antistoffen - teclistamab en elranatamab |
Therapeutic value |
Possible added value |
Substantiation |
In de monumental 1 studie werden patienten behandeld die 5 voorgaande lijnen van therapie kregen (2 tot 13/17 lijnen), tweederde was triple class refractory en een derde pentaclass refractory. De respons was 70-80% en dit was tevens het geval in de pentaclass refractroy patienten. Dit percentage is veel hoger dan met selinexor en belantamab is beschreven in een soortgelijke populatie patienten (rond de 25-30%). Het komt overeen met de respons op CAR-T cel therapie. De studiepopulatie is in 25% van de gevallen pentarefractair. Om die reden is er voor die populatie geen goede alternatieve/vergelijkende therapie. In diezelfde indicatie is andere therapie als volgt (met tussen haakjes % pentarefractair) bispecifieke antistoffen (teclistamab 30%, elranatamab 40%), CAR-t celtherapie (idecel 28%, ciltacel 42%), selinexor (68%), belantamab (x%). |
Frequency of administration |
1 times a week |
References |
Chari A, et al. Talquetamab, a G protein-coupled receptor family C group 5 Member D x CD3 bispecific antibody, in patients with relapsed/refractory multiple myeloma (RRMM): Phase 1/2 results from MonumenTAL-1. 2022. |